De geschiedenis van het Haags Historisch Museum begint in het Oude Stadhuis aan de Groenmarkt. Daar hangen vanaf de 18e eeuw zes uitzonderlijke groepsportretten van magistraten. Al snel prijken ook stadsgezichten en schuttersstukken aan de wanden. Door verdere vondsten, aankopen en legaten groeit de collectie in het Stadhuis gestaag.
Een groeiende collectie
In 1871 verhuist de collectie naar een patriciërshuis aan de Korte Beestenmarkt 9, in feite het eerste Haagse Gemeentemuseum, waar ook de collectie van het Museum van de Moderne Kunst een plek vindt. Nu de collectie een museale status heeft, begint zij sneller te groeien. Alles wat maar enige historische waarde heeft, wordt het museum binnengedragen en het museumgebouw is al snel te klein.
Nieuw onderkomen in de Sint Sebastiaansdoelen
Een nieuw onderkomen wordt gevonden in de Sint Sebastiaansdoelen. Na een ingrijpende verbouwing gaan in 1884 de deuren open. De collectie blijft maar groeien, vanaf 1912 reden om de boel flink op te schonen. Als de moderne kunst wegens ruimtegebrek elders wordt ondergebracht, krijgt de Sint Sebastiaansdoelen het karakter van een historisch museum.
Verhuizing Stadhouderslaan
Eind 1934 verhuist het museum naar het door Berlage ontworpen gebouw aan de Stadhouderslaan. Daarmee verliest de historische collectie haar prominente positie. ‘Haagse Historie’ is maar één van de vele afdelingen. Afdelingen zoals Moderne Kunst eisen meer aandacht op en noodgedwongen verdwijnt een deel van de collectie in depots. Eind jaren zeventig is de vaste opstelling Haagse Historie zelfs verdwenen.
1986: Haags Historisch Museum is een feit
In 1986 krijgt de Haagse Historie opnieuw een plek in de Sint Sebastiaansdoelen. Daarmee is het Haags Historisch Museum een feit. Op 1 januari 1991 draagt het Gemeentemuseum de collectie Haagse Historie officieel over aan dit nieuwe museum.