Het bombardement op het Bezuidenhout
Het is één van de grote tragedies van Den Haag tijdens de Tweede Wereldoorlog: het bombardement op het Bezuidenhout. Wat gebeurde er op die fatale ochtend?
Een regen aan bommen
Maart 1945, twee maanden voor de bevrijding. Den Haag is inmiddels bijna vijf jaar bezet door de Duitsers. Het is het staartje van de Hongerwinter en er is een tekort aan bijna alles. Op 3 maart vindt daarbovenop voor de inwoners van het Haagse Bezuidenhout een groot drama plaats. Om 9 uur in de ochtend worden zij opgeschrikt door een regen aan bommen. Al snel staat de hele wijk in brand.
De Engelse luchtmacht
Het zijn niet de Duitsers die de bommen hebben laten vallen. De aanval komt van de Engelsen – ‘onze bevrijders’. De Royal Air Force (de Engelse luchtmacht) heeft de opdracht gekregen om het Haagse bos - een smalle strook groen tussen twee woonwijken - aan te vallen.
V2’s in het Haagse bos
Vanaf dit bos vuren de Duitsers hun nieuwste wapen, de V2, af richting Engeland. Deze raket kan in korte tijd grote afstanden afleggen. De Duitsers proberen met de V2’s Engelse steden te verwoesten, onder andere vanuit het Haagse bos. De Engelsen willen dit uiteraard stoppen en besluiten om het Haagse bos te bombarderen.
Vergissingsbombardement
In de ochtend van 3 maart 1945 stijgen 55 bommenwerpers op vanaf vliegvelden in het (inmiddels bevrijde) Noord-Frankrijk en België. Rond 9 uur worden de eerste bommen losgelaten. Maar zij vallen niet op het Haagse bos... maar op de woonwijk Bezuidenhout! Door het verwisselen van de coördinaten van een van de twee mikpunten, een onverwachte harde wind en het ‘blind bombarderen’ vanwege slecht zicht door bewolking, vallen de bommen op de verkeerde plek. Een dramatische vergissing.
Brandende huizen
Door de bommen staan de huizen in brand. Het vuur is lastig onder controle te krijgen. Veel brandweerwagens zijn door de Duitsers onteigend en bovendien is er een tekort aan benzine. De grote branden verspreiden zich steeds verder. In paniek proberen inwoners zichzelf en elkaar te redden en het vuur te ontvluchten.
Schade en slachtoffers
Als het vuur uit is, wordt de schade pas echt goed zichtbaar. Straten zijn volledig verdwenen en duizenden huizen, bedrijven, kerken en gebouwen zijn verwoest. Zo’n 500 mensen zijn omgekomen en nog eens 300 mensen zijn gewond geraakt.
Nieuwsbericht
Het dramatische nieuws verspreidt zich. Zo schrijft de illegale krant Het Parool op 13 maart: “Bomtreffers en zware branden hebben een deel van Den Haag vernield, verscheidene slachtoffers geeischt, een aanzienlijk aantal menschen verminkt of gewond en talloozen van huis en goed beroofd.”
Vazen onder het puin
Veel Hagenaars zijn na het bombardement hun huis en spullen kwijt. Hier en daar worden voorwerpen onder het puin teruggevonden, zoals deze vazen. Door de warmte van het vuur zijn ze aangetast, maar de temperatuur was net niet hoog genoeg om de vazen te laten smelten.
Wijzers als aandenken
Een deel van de toren van de Wilhelminakerk aan het Louise de Colignyplein staat na het bombardement nog overeind. De wijzers van de kerkklok worden uit het puin gered. Ze zijn nu onderdeel van de collectie van het Haags Historisch Museum en herinneren ons aan de dramatische gebeurtenis van 3 maart 1945.