De Haagse ooievaar
Ca. 1905, Haags Gemeentearchief

De Haagse ooievaar

Hoog op de koten
Mager van poten
Lang van nek
Glad in de bek
Leeg in de maag
Dat is het wapen
van Den Haag

2.jpg

A. Wegman, 1804, Haags Historisch Museum

Een symbool

Het dier dat In dit oude rijmpje wordt beschreven is natuurlijk een ooievaar. Tegelijkertijd wordt vooral de spot gedreven met de Hagenaar, met zijn gladde praatjes en kapsones. De ooievaar als symbool van de stad en haar inwoners. Hoe oud is dit symbool eigenlijk? En hoe komt de ooievaar terecht in het stadswapen?  

3.jpg

20e eeuw, Haags Historisch Museum

Geluk en vruchtbaarheid

De ooievaar geldt in de middeleeuwen als een geluksvogel. Of eigenlijk: een vogel die geluk brengt. Volgens een bijgeloof beschermen ooievaars een huis tegen blikseminslag en brand. Bij brand zouden de ooievaars zelfs helpen met blussen. Tegelijkertijd is de vogel een vruchtbaarheidssymbool. In die rol – als babybezorger – kennen we hem vandaag de dag nog steeds.

Het Haagse stadswapen

Maar hoe komt die ooievaar nou in het Haagse stadswapen terecht? De meest waarschijnlijke verklaring is dat de ooievaar simpelweg veel voorkomt in Den Haag en omstreken. Al in de veertiende eeuw worden er speciaal voor deze vogels nesten gemaakt op de Ridderzaal. Ook rond de Groenmarkt zijn nesten te vinden.

Detail uit: Frans de Momper, 1646-1647, Haags Historisch Museum

Een schone vismarkt

Ooievaars zorgen in Den Haag niet alleen voor geluk, ze doen lange tijd ook dienst als een soort gemeentereiniging avant la lettre. Tamme, gekortwiekte ooievaars worden gehouden om de vismarkt schoon te houden. Ze ruimen de visresten op en maken korte metten met ongedierte als muizen, ratten en insecten.

Ca. 1905, Haags Gemeentearchief

6c.jpg

Paul Kempff, 1994, Haags Gemeentearchief

Eerste Haagse ooievaar

Wanneer de Hagenaars besluiten om van de ooievaar het stadswapen te maken is niet precies bekend. De oudste, bewaard gebleven voorstelling van een Haagse ooievaar vinden we op de luidklok ‘Jhesus’ in de toren van de Grote Kerk, gegoten in 1541.

De ooievaar wordt populair

Vanaf het midden van de zestiende eeuw begint de ooievaar aan een onstuitbare opmars door de stad. Overal duikt hij op: op schilderijen en prenten, in de gevels van belangrijke publieke gebouwen, op de vaandels van de schutterij, op waterpompen, en ga zo maar door. Ook het ‘pluche’ waarop de heren stadsbestuurders zitten, wordt voorzien van het Haagse stadswapen. 

17e eeuw, Haags Historisch Museum

Commerciële ooievaar

Ook winkels, fabrieken, verenigingen en sportclubs omarmen de ooievaar als mascotte. Geen betere manier om te laten zien dat je echt Haags bent! En dus zien we de ooievaar terug in reclame-uitingen, verpakkingsmateriaal, briefpapier en noem maar op.

20e eeuw, Haags Historisch Museum

9b.jpg

Paul Lunenburg, 2005, Dienst Stedelijke Ontwikkeling, Haags Gemeentearchief

Nieuwe populatie

Echte ooievaars verdwijnen ondertussen langzaam maar zeker uit het stadsbeeld. Tot de jaren ’90 van de vorige eeuw: dan worden er door de Haagse Vogelbescherming plannen gemaakt om de ooievaar terug te halen naar de hofstad. Dat valt goed bij de gemeentepolitiek, want zou het niet mooi zijn als er bij de viering van het 750 jaar van de stad in 1998 weer ooievaars in de stad zouden wonen?

Geliefde stadsgenoten

Door de plaatsing van nestpalen in onder andere De Uithof en landgoed Reigersbergen lukt het. Al kiezen de ooievaars eigenlijk vaker voor andere plekken, zoals schoorstenen en daken. In 2021 worden er in Den Haag op de Nationale Vogeltelling veertig ooievaars geteld. De ooievaar: terug van nooit helemaal weggeweest.  

Jan van Goyen, 1650-1651, Haags Historisch Museum

1.jpg

Collectie Haags Historisch Museum

Meer weten?

  • Robert van Lit, Op hoge poten: de geschiedenis van de Haagse ooievaar (Den Haag, 2001), uitgave t.g.v. de gelijknamige tentoonstelling in het Haags Historisch Museum (3 maart-27 mei 2001)