Stad van zand en veen
Den Haag staat bekend als de stad met de grootste scheiding tussen rijke en arme wijken. Als stad van zand en veen en van Hagenaars en Hagenezen. Hoe is die gespletenheid ontstaan? En wat heeft dat met zand en veen te maken?
Ondergrond
Den Haag is gebouwd op zand- en veengronden. Het landschap dat zich hier in de middeleeuwen had gevormd, bestond uit hoge zandruggen – oude duinen die evenwijdig aan de kust lagen. Tussen die zandruggen was lager gelegen, drassige veengrond.
Rijk en arm
Lange tijd is er geen harde scheidslijn tussen rijk en arm. Rijke en arme inwoners wonen bij wijze van spreken naast elkaar in een kleine stad waar een singelgracht omheen ligt.
Explosieve groei
Daar komt verandering in als de stad, in de negentiende eeuw, groeit en er woonwijken komen buiten de singelgracht. Dat gaat in een razend tempo en het bevolkingsaantal stijgt explosief: van 72.000 inwoners in 1850 tot ruim 200.000 in 1900. Vooral in het laatste kwart van de eeuw wordt wijk na wijk uit de grond gestampt. De ondergrond van zand en veen speelt nu wel een belangrijke rol.
Gezond zand
De zandgronden richting Scheveningen zijn gewild. Niet alleen vanwege het natuurschoon en de nabijheid van de badplaats, maar ook omdat men gelooft dat je op het veen een verhoogd risico op malaria loopt. ´De reine bodem is voor de gezondheid zijner bewoners van onmiskenbare betekenis’, zo stelt een brochure over nieuwbouwwijk Duinoord het in 1897. Gezond zand als unique selling point.
Op het zand
Zo verrijzen richting Scheveningen mooie wijken met ruime straten, een afwisselend stratenpatroon en met pleinen en parken. Ook komen hier allerlei belangrijke gebouwen: het Vredespaleis, het Gemeentemuseum en een nieuw (inmiddels afgebroken) stadhuis.
Op het veen
Aan de andere kant van Den Haag is het een heel ander verhaal. Hier bevinden zich fabrieken en wordt gebouwd voor de arbeidersklasse. Vooral in de Schilderswijk leidt dat tot een extreem eentonig stratenpatroon, een zeer hoge bouwdichtheid en vele slecht gebouwde huizen met daarachter hofjes en stegen vol krotten.
Bouwmaatschappijen
De gemeente speelt een belangrijke rol bij het ontstaan van de sterke scheiding tussen zand en veen. Ze laat de stadsuitbreidingen over aan de vrije markt. En dus bepalen bouwmaatschappijen voor een groot deel hoe de stad zich ontwikkelt. Maatschappij ‘Laan van Meerdervoort’ is de grootste en bouwt zowel op het zand als op het veen.
Uitbreidingsplan
Vanaf het begin van de twintigste eeuw trekt de gemeente de uitbreiding van de stad, mede dankzij de Woningwet, naar zich toe. H.P. Berlage maakt een uitbreidingsplan met beter gebouwde wijken en woningen voor arbeiders. Wel blijft de tegenstelling tussen zand- en veenwijken gehandhaafd.
Een hart voor Den Haag
In de loop van de twintigste eeuw is veel gedaan om de kloof tussen zand en veen te dempen. Zo komt er in de jaren ’80 een proces van stadsvernieuwing op gang. Ook wordt er geïnvesteerd om het ‘hartloze Den Haag’ een echt centrum te geven: een nieuw stadhuis, het IJspaleis, komt niet op het zand maar in de binnenstad, aan het Spui.
Onzichtbare lijnen
Toch is Den Haag anno 2022 nog altijd een sociaal gespleten stad. Op het gebied van inkomen, opleiding en huizenwaarde lopen er nog altijd onzichtbare lijnen die Den Haag in een onder- en bovenstad verdelen.
Hagenaars en Hagenezen
Ook het onderscheid tussen (deftige) Hagenaars en (volkse) Hagenezen lijkt een erfenis te zijn van de scheiding tussen zand en veen. Het onderscheid is vermoedelijk uniek in Nederland. In de Haagse Harry-stripboeken van Marnix Rueb wordt met beide groepen de spot gedreven.
Toekomst
Zal Den Haag ook in de toekomst een stad van zand en veen blijven? En hoe lang blijft de tegenstelling Hagenaars-Hagenezen relevant?
Meer weten/verder lezen?
- Henk Schmal, Den Haag of ’s-Gravenhage? De 19de-eeuwse gordel, een zone gemodelleerd door zand en veen (Utrecht 1995)
- A.H. de Nijs en J.J.Th. Sillevis (red.), Den Haag. Geschiedenis van de stad. De negentiende en twintigste eeuw, deel 3 (Zwolle 2005)