Het museum gaat de komende jaren verbouwen. Het gebouw wordt gerenoveerd, uitgebreid en beter toegankelijk gemaakt. Ook de vaste presentaties en het publieksprogramma worden vernieuwd. In 2027 is het museum weer klaar voor de toekomst. Met bijzondere verhalen over Den Haag voor een lokaal én nationaal publiek.
Op 20 juni 2024 heeft de Haagse gemeenteraad een definitief akkoord gegeven op de plannen voor renovatie en uitbreiding van het Haags Historisch Museum. Het ontwerp van DP6 architectuurstudio kan de komende jaren uitgevoerd worden. Tijdens de verbouwing werken de museummedewerkers samen met de stad aan de vernieuwing van het inhoudelijk programma.
Hieronder leggen we uit wat er de komende jaren allemaal staat te gebeuren.
"De renovatie en uitbreiding is een geweldige investering in de toekomst van het museum. We willen een museum zijn dat niet alleen het verhaal van Den Haag vertelt, maar dat ook een gastvrij en toegankelijk stadsmuseum is, voor iedereen. Dankzij deze verbouwing is het museum straks weer klaar voor de toekomst" - Tjeerd Vrij, directeur Haags Historisch Museum.
Verbouwen en verduurzamen
Het museum is gevestigd in de Sebastiaansdoelen, een zeventiende-eeuws rijksmonument dat eigendom is van de gemeente. Al jaren kampt het met ruimtegebrek en verouderde faciliteiten. Het interieur is sleets en de routing door het gebouw onduidelijk. De renovatie omvat essentiële verbeteringen op het gebied van veiligheid, techniek en klimaat. Met de geplande verbouwing wordt het pand toegankelijker en aantrekkelijker voor een breed publiek. Het pand wordt zoveel mogelijk verduurzaamd, met onder andere een warmtepomp, betere isolatie en zonnepanelen op het dak. Bovendien gaat het gebouw van het gas af en wordt het veel energie-efficiënter.
Publiekstrekker voor de binnenstad
Als belangrijk onderdeel van het Museumkwartier Den Haag speelt het Haags Historisch Museum een cruciale rol in de profilering van dit culturele hart van de stad. De modernisering van het pand geeft het museum een stevige basis om zowel een museum te zijn voor de hele stad, als de nationale rol van Den Haag uit te lichten.
Het nieuwe museum: ruimer en gastvrijer
In 2027 ontvangen we bezoekers via een nieuwe entree aan het Tournooiveld: de oude personeelsingang wordt straks hoofdingang, waarbij het Toernooiveld als voorplein fungeert. Via deze entree staan bezoekers binnen enkele stappen in de nieuwe ontvangsthal, midden in het museumcomplex. De hal fungeert als een binnenplein vanuit waar het gehele museum wordt ontsloten en waarin allerlei evenementen kunnen plaatsvinden. Om deze hal zijn alle faciliteiten gegroepeerd: de winkel, garderobe, toiletten en het auditorium. In deze ontvangsthal is ruimte voor informatievoorziening en ticketverkoop. Bezoekers spreken hier af, drinken een kop koffie of bladeren door een catalogus, en groepen worden hier ontvangen. In de avonduren zijn hier bijeenkomsten of concerten mogelijk.
Renovatie en nieuwbouw
Het monumentale 17e-eeuwse stadspaleis is straks weer volledig gerenoveerd, en heeft weer volop karakter dankzij het historische trappenhuis en de statige ruimtes van de voormalige Sebastiaansdoelen. In de nieuwe ontvangsthal is de oude binnenplaats te herkennen. Hierachter komt op de plek van een oude loods nieuwbouw. Hierdoor ontstaat meer ruimte voor tentoonstellingen en activiteiten.
Rondgang
Vanuit de nieuwe ontvangsthal gaan bezoekers straks via een logische route door het museum: blikvanger is de markante wenteltrap die alle etages én oud- en nieuwbouw met elkaar verbindt.
De rondgang langs de vernieuwde presentaties in het museum start in het stadspaleis waar de topstukken uit de stadscollectie te zien zijn, zoals het beroemde Gezicht op Den Haag van Jan van Goyen. In de zalen is ruimte voor een nieuwe presentatie over het verleden en heden van Den Haag. Bezoekers ontdekken hier wat deze stad zo uniek maakt en wat typisch Haags is. In de nieuwbouw is vervolgens een ander uniek topstuk uit de stadscollectie te ontdekken: het Grote Poppenhuis van Lita de Ranitz.
De route vervolgt een verdieping hoger met een indrukwekkende presentatie over 800 jaar Binnenhof als centrum van de Nederlandse macht. Ook zijn op de etages drie nieuwe tentoonstellingszalen voor presentaties en tentoonstellingen die verder verdieping geven aan het verhaal van Den Haag. In de zolderetage is een grote ruimte voor educatieve activiteiten en de ontvangst van schoolgroepen.
Verbinding met de stad
Het vernieuwde museum staat veel meer verbinding met de stad dan anno 2024 het geval is. Dat begint bij de nieuwe entree en in de centraal gelegen ontvangsthal waar regelmatig activiteiten plaatsvinden. Op verschillende plekken in het museum zijn doorkijkjes en via de ramen is uitzicht op de Hofvijver en het Binnenhof. Het gebouw is laagdrempeliger en geheel toegankelijk gemaakt. Daarbij is er meer ruimte in het museum om een divers publiek naar het museum te halen met aansprekende evenementen en bijeenkomsten.
Waar staan we nu?
In 2020 werd de start gemaakt met de plannen voor de verbouwing en uitbreiding. Dit jaar werd het Definitief Ontwerp afgerond. In het najaar van 2024 start de uithuizing van de collectie en het personeel, vervolgens gaat aannemer Koninklijke Woudenberg van start met de uitvoering van de renovatieplannen. Ook start het museum in het najaar met de ontwikkeling van de nieuwe inrichting en van de vaste en tijdelijke tentoonstellingen. Volgens de huidige planning heropent het vernieuwde Haags Historisch Museum in voorjaar 2027 de deuren.
In de tussentijd
Tijdens de verbouwing blijft het Haags Historisch Museum actief in de stad. Met activiteiten zoals wandelingen en rondleidingen, een educatieprogramma op scholen en bijeenkomsten waarin Hagenaars worden uitgenodigd mee te denken over de vernieuwde presentaties en het publieksprogramma in het museum. Ook zullen op bijzondere locaties in de stad topstukken uit de collectie zichtbaar blijven voor het publiek.
Financiering
De Gemeente Den Haag investeert een bedrag van €17,7 miljoen in de renovatie en uitbreiding van het museumgebouw. De Stichting Haags Historisch Museum is verantwoordelijk voor de inrichting van het vernieuwde gebouw, de vaste en tijdelijke presentaties en het programma. De kosten hiervoor financiert het museum deels zelf en deels met bijdragen van fondsen, bedrijven en particulieren.